HOUT
Hout komt uit de natuur, want het groeit in de vorm van bomen. Er zijn heel veel houtsoorten, want er zijn tienduizenden soorten bomen. Van maar een paar honderd soorten bomen wordt hout gemaakt. Hout wordt veel toegepast, bijvoorbeeld voor huizen, meubels en speelgoed (figuur 2.1).
Alle houtsoorten hebben enkele gemeenschappelijke eigenschappen. Maar elke houtsoort heeft zijn eigen eigenschappen. Om hout te bewerken zijn er allerlei gereedschappen.



Winning van hout
Voor de winning van hout zijn bossen nodig. Vooral in de tropen zijn uitgestrekte regenwouden waar grote bomen groeien. Hier worden dagelijks enorme oppervlakten gekapt (figuur 2.2).
Het kappen van een boom is niet slecht voor het milieu. Maar op plaatsen waar veel bomen gekapt worden, wordt de natuur erg verstoord. Allerlei soorten dieren en planten verdwijnen. De grond kan wegspoelen doordat deze niet meer wordt vastgehouden door de wortels van de bomen. Bovendien wordt zonder bomen het regenwater niet meer tegengehouden. Hierdoor stroomt het water direct de rivier in. Bij zware regenval is er dan een grotere kans op overstromingen.

Figuur 2.2: Door houtkap verdwijnen grote oppervlakten bos.
Bij het gebruik van hout is het belangrijk duurzaam hout te gebruiken. Bij de productie van duurzaam hout wordt rekening gehouden met het milieu, de economie en de mensen die wonen en werken in het gebied waar de bossen groeien. Dit betekent bijvoorbeeld dat na de kap weer nieuwe bomen worden geplant, dat de mensen een redelijk loon krijgen en dat zij onder goede omstandigheden hun werk kunnen doen. Als hout een zogenaamd FSC-kenmerk heeft, weet je zeker dat het duurzaam geproduceerd is (figuur 2.3).

Figuur 2.3: FSC-keurmerk
Soorten hout
Hout kun je indelen naar de soort boom. Er zijn naaldbomen en loofbomen.
Naaldbomen hebben naalden. Voorbeelden van naaldbomen zijn de den en de spar. Hout van naaldbomen is meestal zacht.
Loofbomen hebben bladeren. Voorbeelden van loofbomen zijn de beuk en de eik. Hout van de meeste loofbomen is harden dan van de meeste naaldbomen, want de meeste loofbomen groeien langzamer.
Zachthout komt meestal van naaldbomen.
Hardhout komt meestal van loofbomen.
Er zijn ook uitzonderingen: balsa hout komt van een loofboom, maar is één van de zachtste houtsoorten. Het wordt gebruikt in de modelbouw. Hout van een venijnboom is juist vrij hard, maar een venijnboom is wel een naaldboom.
In de winkel koop je hout niet als een boom, maar in de vorm van bijvoorbeeld balken, planken, rondhout of plaatmateriaal. Balken, planken en rondhout komen direct van een boom. Plaatmateriaal wordt gemaakt van fineer of van spanen.
Fineer is een dunlaagje hout dat van een boomstam wordt gesneden. Als lagen fineer op elkaar worden gelijmd, ontstaat multiplex (figuur 2.4a).
Spaanplaat en mdf-platen (figuur 2.4b en 2.4c) maak je door spanen met bindmiddel samen te persen. Soms wordt plaatmateriaal aan de buitenkant voorzien van een laagje kunststof. Het krijgt dan een mooi glad oppervlak. Er worden bijvoorbeeld kastplanken, vensterbanken of aanrechtbladen van gemaakt.



Figuur 3.7a: Multiplex Figuur 3.7b: Spaanplaat Figuur 3.7c: MDF-plaat
Eigenschappen van hout
Hout komt uit de natuur en wordt hierdoor al zeer lang gebruikt. Hout ziet er gezellig uit en is goed verspaanbaar. Hout kan rotten. Om dit te voorkomen, moet je hout schilderen met bijvoorbeeld beits, lak of bewerken met olie. Hout heeft nog andere gemeenschappelijke eigenschappen, maar er zijn ook eigenschappen waarin houtsoorten van elkaar verschillen. Vurenhout is bijvoorbeeld veel zachter dan eikenhout.
Om hout te bewerken zijn er allerlei gereedschappen. Hieronder zie je de belangrijkste.
Bankhamer Klauwhamer Houtenhamer Beitel Houtvijl Blokschaaf Gatzaag Houtboor Priem Figuurzaag Handzaag Kapzaag Verstekzaag Elektrische figuurzaag Kolomboor
Vragen
Maak nu de vragen op je antwoordblad. En lever het aan het einde van de les in bij je docent.